Home

Even voorstellen

Training Zeist

Medische begeleiding

Open water

Het portret

Columns

Contact

De afgelopen maanden en jaren is er veel gesproken over de neergang van het Nederlandse mannen zwemmen ten opzichte van de opmars van onze zuiderburen. Diverse “deskundigen” hebben hieromtrent hun, veelal zeer persoonlijke, mening gegeven. Zoals altijd spreken de cijfers de waarheid. (Bijgewerkt t/m 20 mei 2013).
2013 100 BC

België	100 BC		Nederland	100 BC
Pieter Timmers	48.76
Jasper Arents	49.34		Sebastiaan Verschuren	49.08
Glenn Surgeloose	49.37		Dion Dreesens	49.73
Emmanuel Vanluchene	49.57
Dieter Dekoninck	49.63
Louis Croenen	50.36		Kyle Stolk	50.10
Marnik Dekoninck	50.74		Jasper van Mierlo	50.82
Stijn Depijpere	50.77

2013 200 BC

België	200 BC		Nederland	200 BC
Pieter Timmers	1.47.21		Dion Dreesens	1.47.93
Glenn Surgeloose	1.47.69
Dieter Dekoninck	1.48.28
Emmanuel Vanluchene	1.48.33
Louis Croenen	1.49.39		Ferry Weertman	1.49.30
Ward Bouwens	1.49.43
			Sebastiaan Verschuren	1.50.17
			Kyle Stolk	1.50.42

Aton Demuth, ruim 60 jaar actief binnen het Nederlandse zwemmen en bekend van zijn ranglijsten - vele functies en bovenal fenomenale kennis, meldde zeer recentelijk “in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw zwom België A tegen Nederland B interlands”. Dit wordt bevestigd door diverse artikels uit oude Zwemkronieken.

Ronald Gaastra, Nederlandse trainer / coach en meer dan 20 jaar succesvol in dienst van de VZL (Vlaamse Zwem Liga) en tegenwoordig van het sterke BRABO zwemteam uit Antwerpen, weet vrijwel alle topzwemmers EN toptalenten in Antwerpen bijeen te brengen. Na zijn successen in de jaren negentig lijkt Gaastra wederom op weg naar finales en mogelijk zelfs meer en......opnieuw met de mannen.

In Nederland wordt sedert 2000 gewerkt met het systeem van Nationale- en Regionale Zwemcentra. Deze opzet zou voor structurele successen gaan zorgen in navolging van onder andere de heren estafette successen rond de eeuwwisseling.

Score Nederlandse mannen estafetteploegen:
-WK 1998 Perth 4*200 BC 2e
-WK 2001 Gukuoka 4*100 BC 2e
-OS 2000 Sydney 4*200 BC 3e
-OS 2004 Athene 4*100 BC 2e
Uiteraard prachtige resultaten die mede aan de basis stonden van de eerder genoemde (re) organisatie. Doch eerst kwamen deze prestaties en pas daarna het nieuwe en kostbare systeem.

Vooralsnog heeft deze ingrijpende operatie niet geleid tot toename van structurele successen. Sterker nog, deze geldverslindende “herstructurering” zorgt voor onnodige onrust bij vele verenigingen en een grote mate van demotivatie bij het technisch kader dat geen vertrouwen toont en / of uitspreekt in de huidige opzet, terwijl van de hierboven aangegeven successen al helemaal geen sprake meer is.

Het is overduidelijk dat de cijfers over de laatste jaren niet in overeenstemming zijn met datgene wat de verantwoordelijken verklaren. Naast een bijna voltooide teruggang van het Nederlandse mannen zwemmen, de matige tot slechte resultaten bij de jeugd en de zeer slechte scores tijdens de Open Water toernooien moeten de vlaggenschepen Ranomi Kromowidjojo (50 - 100 BC) en de 4*100 BC Dames het beeld van een succesvolle sporttak en vooral de ogenschijnlijk onaantastbare positie van de verantwoordelijken redden.

Komende zomer, tijdens het WK 2013 te Barcelona, zal blijken of het Nederlandse mannen zwemmen de neerwaartse spiraal weet om te buigen en de Belgen de successen van de laatste OS 2012 te Londen verder weten uit te bouwen.

In het tweede decennium van deze 21e eeuw kan de stand tussen België A en Nederland A wat betreft het mannen zwemmen snel oplopen in het voordeel van onze Zuiderburen. Nederlaag op nederlaag tegen de Belgen in plaats van een structurele plaats in de mondiale top. De Nederlandse toppers uit de jaren zestig en zeventig zullen met verbijstering en onbegrip deze ontwikkelingen gadeslaan.

Later meer. Dan over onze Oosterburen!