DE ZUURSTOK

2025-09-21, door: George Sieverding

Nieuwe column    <    Overzicht    >    Oude column

Inmiddels functioneer ik bijna 60 jaar als trainer / coach (24-02-2026). In die lange reeks van jaren heb ik veel geleerd van een aantal bijzondere collega's. Zij krijgen nogmaals de eer die zij verdienen.
Te beginnen met Jan Stender (✝ 1989), bijgenaamd "De Beul van Hilversum", die mij in de jaren zestig en zeventig DE GOUDEN TIP gaf voor het vervolg van mijn carrière. "Kopieer nooit het succes van een ander want een kopij komt altijd achter het origineel. Leer er van maar bepaal je eigen weg". Stender, in de jaren veertig en vijftig de succesvolste zwemtrainer ter wereld.
Wim Geurtsen (✝ 2002), vele tientallen jaren hofleverancier voor nationale ploegen, maakte mij "het belang van een optimale techniek" duidelijk. Geurtsen, meester op school, was een grootmeester op het gebied van de techniek.
Wieger Mensonides heeft ook een grote bijdrage geleverd in het proces van mijn eindeloos door ontwikkelen. Mensonides, Olympisch medaillewinnaar in Rome (1960) op de schoolslag, en ik hebben vele jaren ideeën ontwikkeld en uitgewerkt.
Jan Olbrecht, een Belgische doctor in de fysiologie en biomechanica hoort eveneens in dit bijzondere rijtje. Zijn inbreng nationaal en internationaal is enorm en zijn boek "PLANNEN, PERIODISEREN, TRAINEN, BIJSTUREN EN WINNEN" functioneert nog altijd als de zwembijbel.
Deze bagage gecombineerd met mijn ervaringen koos ik voor een eigen weg, afwijkende aanpak maar ik probeerde altijd alles te verklaren. Velen kennen mijn uitspraken over de Algemene Lichaam Scholing (ALS), mijn initiatieven met betrekking tot de vernieuwing van de schoolslag techniek, spreuken als "wie het kleine niet leert, doet het grote verkeerd" en "hard langzaam, langzaam hard"
en natuurlijk "DE ZUURSTOK" als metafoor voor het totaal van de trainingsgesteldheid en het wedstrijdniveau. Deze Column gaat over "DE ZUURSTOK".

Ik benader de sport in het algemeen en de topsport in het bijzonder als een keuze van een sporter, heb ik moeten leren, met ambitie die ik mag begeleiden vanuit een visie die is gebaseerd op:
-veelzijdigheid
-meerjarenplanning
-jaarplan
Veelzijdigheid: naast de sport specifieke trainingen, andersoortige trainingen / sporten toevoegen.
Meerjarenplanning:
-een eerste periode van ± 7 jaar met het accent op veelzijdigheid
-gevolgd door het "oogsten".
Jaarplan
-Macrocycli (2*)
-Mesocycli (3 of 4* per Macrocyclus)
-Microcycli (weekplannen per Mesocyclus)
-Trainingseenheden (X* per Microcyclus).
Vanuit deze opzet creëer ik een niveau dat:
-blessuregevoeligheid vermindert (geldt uiteraard niet voor traumatische blessures)
-hoogwaardigheid garandeert
-pieken op het juiste moment of in de juiste periode mogelijk maakt.

Deze aanpak vergelijk ik altijd met het maken van een zuurstok. Een gemiddelde zuurstok heeft een lengte van ± 10 cm en een diameter van ± 1 cm. Uiteraard kunnen zuurstokken langer en / of dikker worden gemaakt. In principe heb ik niets aan een langere zuurstok voor mijn metafoor. De dikte is belangrijk. Een dikke zuurstok is minder breekbaar dan een dunne. De dikte wordt bepaald door tijdsduur en materiaal. De dikte bepaalt het trainingsniveau (basis: capaciteitstrainingen). Als er gepiekt moet worden (vermogenstrainingen) gaat dat sneller bij een dunne maar de punt breekt uiteraard snel af. Bij een dikke kost het meer tijd maar is nauwelijks breekbaar.
Samengevat: de dikte wordt voor een belangrijk deel bepaald door de capaciteitstrainingen, terwijl de punt wordt bepaald door de vermogenstrainingen.
Het is voor een trainer / coach dan ook belangrijk om de sporter duidelijkheid te geven met betrekking tot zijn / haar aanpak en de consequenties zoals hier beschreven.
Met een tweetal voorbeelden probeer ik mijn visie hierop duidelijk te maken.
1.Dun: Puck Pieterse, een wielrenster die ik bewonder, die meer van dun vraagt en deze breekt steeds vaker waardoor de resultaten steeds wat minder worden;
2.Dik: Schaatsploeg Team Albert Heijn Zaanlander, met Jillert Anema en Arjan Samplonius als trainers / coaches, waarbij altijd wordt gewerkt aan dik zodat de resultaten aaneen geregen kunnen worden.
Als het bij deze toelichting en voorbeelden blijft, neemt de waas van geheimzinnigheid alleen maar toe.
Daarom in hoofdlijnen mijn ideeën, mede gebaseerd op Stender en Geurtsen.

Stender: hardlopen en fietsen (algemeen uithouding), "krachttraining" (blessure preventief en voorwaarden scheppend), Open Water Zwemmen (sterkste ploeg van Nederland) en waterpolo (jarenlang Nederlands Kampioen bij zowel de mannen als de vrouwen). Zijn successen (diverse wereldrecords en een oneindige reeks van internationale en nationale titels) vormen het bewijs voor een unieke aanpak in het midden van de vorige eeuw.
Geurtsen: hardlopen, "krachttraining" ("verwierp de werkwijze van de Amerikaanse krachttraining"), af en toe succesvolle deelnames aan Open Water Zwemmen en het waterpolo, een goed vervolg op een gefinishte zwemcarrière voor hen die bij de vereniging actief wilden blijven. Ook Geurtsen leverde aan de lopende band toppers die deelnamen aan internationale toernooien en de Olympische spelen. Geurtsen leverde tevens het bewijs van een consistente aanpak.
George: in de eerste ± 7 jaren het accent leggen op algemeen. Lopen, fietsen (crossen, later mountainbiken), "krachttraining", zaaltraining, touwtjespringen (met extra accent na de oprichting van ATP - 01-10-1994), teamsporten (voetballen, handballen, rugby).
In de periode volgend op die ± 7 jaren, de algemene trainingen een minder prominente plaats geven in het Jaarplan. De specifieke sportdiscipline eisen extra accentueren, zonder de algemene trainingen uit beeld te laten verdwijnen. Bij 4 verenigingen heeft deze opzet en aanpak geleid tot successen (altijd promoveren in de competities, altijd de sterkste Open Water Zwemclub van het land zijn, de enorme
ommezwaai van de schoolslagtechnieken die hebben geleid tot onverwachte schoolslag resultaten en een bijdrage in "WOORD EN BEELD" (een serie video's en boeken over zwemtechniek).

Tenslotte nogmaals terug naar DE ZUURSTOK.
Als je jong bent, nog op school zit, meestal nog thuis woont, is het maken van een planning en de uitvoering daarvan vrij eenvoudig. Iedere trainer / coach weet uit ervaringen dat er slechts één storende factor is, soms van doorslaggevende betekenis, namelijk de bemoeienis van ouders.
Verder is er alle tijd om voor een rustige opbouw te kiezen.
Dat ligt totaal anders bij volwassenen. Profsporters die (goed) kunnen leven van hun sport zijn nog redelijk te begeleiden, doch amateurs (met baan, gezinsleven, bijzondere activiteiten) hebben het verre van eenvoudig. Planning en periodisering moeten helaas te vaak worden bijgesteld vanwege maatschappelijke oorzaken.
Centraal staat echter: AMBITIE. Jong, ouder, prof of amateur: ontbreekt de ambitie om jezelf structureel te verbeteren, blijf jezelf maar wijs maken dat je een sporter met ambitie bent, doch wees duidelijk en eerlijk naar de begeleiding.
"Een doel zonder een plan is slechts een wens."
Doel van de Zaterdagochtendgroepen: het ontwikkelen van een dikke zuurstok waarbij techniekverbetering bijzondere aandacht krijgt.
"Wie het kleine niet leert doet het grote verkeerd".
Dat laatste wordt besproken in de volgende Column, waarbij tevens vragen worden beantwoord.

 

Nieuwe column    <    Overzicht    >    Oude column

© George Sports/NatriSoft 2025